Wat te doen in Beijing in China: de leukste bezienswaardigheden

Ik had verwacht dat ik de hoofdstad van China verschrikkelijk zou vinden. Immens groot, smeris, druk en een hoop gestreste Chinezen om je heen. En eerlijk is eerlijk: dat is allemaal waar. En toch vond ik Beijing in China een erg leuke stad. Ik bracht bijna een week in Beijing door na de treintrip van Rusland naar China met de Transmongolië Express. Logischerwijs is er onwijs veel te doen in Beijing in China. In deze blog deel ik mijn tips voor de leukste bezienswaardigheden!

Lees ook: Pretty Picture Time #1 – Transmongolië Express door Rusland, Mongolië en China

Wat te doen in Beijing in China?

1. Plein van de Hemelse Vrede

Het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing is hét plein van de stad, misschien zelfs wel van heel China. Het plein staat ook bekend als het Tiananmen Plein. Het plein is 500 bij 880 meter en daarmee het grootste plein ter wereld. Op het plein kunnen maar liefst een miljoen mensen samenkomen. Dit plein is het decor geweest van verschillende demonstraties, waaronder het wereldberoemde protest in 1989.

Rondom het plein liggen verschillende gebouwen waaronder het Parlementsgebouw, het Museum voor Chinese Geschiedenis en de ingang voor de Verboden Stad. Midden op het plein staat het mausoleum van de voormalige Chinese president Mao Zedong. Houd er rekening mee dat je door detectiepoortjes moet lopen om het plein op te mogen. Het is verstandig om hier zonder (grote) tas te komen, want deze kun je achterlaten maar daarvoor sta je wel lang in de rij.

Kosten: de entree voor het Plein van de Hemelse Vrede is gratis.

2. De Verboden Stad

Misschien wel de drukstbezochte bezienswaardigheid in Beijing is de Verboden Stad. Wie vanaf het Plein van de Hemelse Vrede door de Poort van de Hemelse Vrede loopt komt uit in dit bijzondere deel. De Verboden Stad werd tussen 1406 en 1420 gebouwd. Vanuit hier regeerden de Chinese keizers van de Ming- en Qing-dynastie voor honderden jaren. De Verboden Stad is eigenlijk een ommuurd dorp met verschillende paleizen en tempels – en dus zeer groot. Je kunt hier gemakkelijk een paar uur rondlopen, al had ik het zelf na een uurtje wel gezien. Het kost namelijk wat ellebogenwerk en geduld om je steeds door de mensenmenigte te verplaatsen. Maar het blijft een bijzondere plek om te bezoeken. Ik raad je aan om zo vroeg mogelijk naar de Verboden Stad te gaan, om de drukte enigszins voor te zijn.

Kosten: 50 yen (laagseizoen) of 60 yen (hoogseizoen)

3. Jingshan Park

Jingshan Park is een heuvelachtig gebied in het centrum van Beijing, niet ver van de Verboden Stad. Het schijnt dat de heuvel in het park is ontstaan toen de grachten rondom de Verboden Stad gegraven werd en de grond hier werd gedumpt. Het park was vroeger een keizerlijke tuin en dus niet geopend voor het publiek. Tegenwoordig kun je vanaf hier van een mooi uitzicht over de Verboden Stad genieten, vanaf de top van de heuvel.

Tip: combineer je bezoek aan het Jingshan Park met het nabijgelegen prachtige Beihai Park.

Kosten: 5 yen (laagseizoen) of 10 yen (hoogseizoen)

4. Fietsen in Beijing

“There are nine million bicycles in Beijing….” Hebben jullie het nummer van Katie Melua nu ook in je hoofd zitten? Wij Nederlanders houden ervan om alles op de fiets te ontdekken. En gelukkig is fietsen in Beijing gemakkelijker dan dat ik van tevoren dacht. De stad is relatief vlak en kent redelijk veel fietspaden. Gemakkelijk en veilig dus! Zelf fietste ik onder andere langs een paar lokale markten, naar het Lianhuachi Park, het Zomerpaleis en het Olympisch Park. Dit is goed op één dag te doen. Het enige nadeel is dat de meeste fietsen in Beijing niet heel prettig zijn voor lange mensen.

Kosten: een fiets huren is 50-100 yen per dag

5. Lianhuachi Park

Een van de leukste parken in Beijing vond ik Lianhuachi Park. Dit is een minder bekend park bij toeristen, maar Chinezen genieten hier volop. Kijk hoe ze yoga of ochtendgymnastiek doen (of doe mee!), geniet van een boottochtje op het meer of bekijk de prachtige vliegers van de kinderen in het park. Ben je in de zomer in Beijing? Verlaat het park dan niet zonder het lotusmeer met de prachtige lotusbloemen te hebben gezien. Als je op de fiets van het Plein van de Hemelse Vrede naar het Zomerpaleis fietst kun je onderweg stoppen bij dit prachtige park.

Kosten: je kunt Lianhuachi Park gratis bezoeken

6. Zomerpaleis

Het Zomerpaleis staat aan de rand van de stad, aan het Kunming Lake. De keizerlijke familie brachten hier vroeger hun dagen door in de warme zomermaanden. Het Zomerpaleis bestaat uit verschillende tempels, meren, paviljoenen en prachtige gebouwen. Je kunt je hier gemakkelijk een paar uur vermaken. Eerlijk gezegd vond ik het Zomerpaleis zelfs indrukwekkender dan de Verboden Stad.

Kosten: 50 yen (laagseizoen) of 60 yen (hoogseizoen) voor een through-ticket. Met dit ticket kun je overal naartoe binnen dit complex. Als je alleen naar het Zomerpaleis wilt betaal je 20 (laagseizoen) of 30 (hoogseizoen) yen.

7. Olympisch Park

Het Olympisch Park is een leuke bezienswaardigheid in Beijing, met name voor sportliefhebbers. In 2008 werden de Olympische Spelen in Beijing gehouden. Het Nationaal Stadion – oftewel het hoofdstadion van de Spelen – lijkt qua architectuur net op een vogelnest en heeft dan ook de bijnaam Bird’s Nest. Aan het einde van de dag zijn hier vaak mensen aan het vliegeren in het Olympisch Park. Ziet er prachtig uit tijdens de zonsondergang!

Kosten: je kunt gratis over het terrein lopen, de entree voor het Nationaal Stadion is 50 yen.

8. Tempel van Confucius

Beijing kent veel tempels, maar bijna geen enkele is zo bijzonder als de tempel die aan de Chinese filosoof Confucius is gewijd. Je kunt hier de tempel bezoeken, maar ook een paar tentoonstellingen over het leven van Confucius bekijken. In het nabijgelegen Keizerlijke College werden mensen getest over de opvattingen en filosofie van Confucius. Het is echt een oase van rust en zo’n plek heb je absoluut soms nodig in het hectische Beijing.

Tip: combineer een bezoek aan de Tempel van Confucius met de nabijgelegen Tibetaanse Lama Tempel.

Kosten: 30 yen

9. Wandelen in de hutongs

In Beijing vind je honderden, zo niet duizenden, hutongs. Hutongs zijn authentieke ommuurde wijken met smalle straatjes. Vaak zijn de straten gebouwd rondom een plein. De huizen bestaan vaak maar uit 2 kamers. Dit is voor veel Chinezen een reden om naar moderne appartementen en huizen te verhuizen. De hutongs zijn nog steeds door de hele stad te vinden. Voor de Olympische Spelen in 2008 werden veel hutongs ‘onzichtbaar’ gemaakt, door er een grote muur omheen te zetten. Er zijn een aantal hutongs in het centrum, maar deze zijn behoorlijk toeristisch gemaakt. Met name in het noorden van Beijing vind je nog een paar authentieke hutongs. Yvonne woont al jaren in China. Op haar blog deelt ze een aantal leuke hutongs in Beijing waar je naartoe kunt gaan.

Kosten: gratis

10. Wangfujing avondmarkt

Een beetje toeristisch is het wel, maar het blijft leuk: de Wangfujing avondmarkt. Dit is namelijk een markt met eten in alle vormen en maten. Van gefrituurde sprinkhanen en knapperige schorpioenen tot zeesterren. Niets is gek genoeg op deze markt. Gelukkig kun je ook normaal eten kopen zoals fruitspiesjes en dumplings. Als je bovendien – net als ik – een ijsliefhebber bent vind je de gefrituurde ijsballetjes zeker lekker!

Kosten: gratis, het eten kost natuurlijk wel geld

11. Pekingeend eten in Beijing

Als je in Beijing bent moet je ook wel de beroemde Pekingeend eten, toch? Ik ben vegetariër dus dit heb ik aan me voorbij laten gaan, maar ik ben wel naar een restaurant geweest waar ze naast Peking eend ook nog andere dingen serveren. Bij een goed restaurant zullen ze je een hele show geven bij het opdienen van het eten, erg leuk!

Zelf ben ik geweest bij restaurant IFW, in het Park Hyatt gebouw. Deze plek is (nog) niet zo bekend bij buitenlanders, maar deze tip kregen we van iemand uit Beijing. Volgens de rest van de groep was de Pekingeend heerlijk en ook de rest van de maaltijden waren top.

Een andere aanrader is de restaurantketen Da Dong, die bekendstaat om de uitstekende Pekingeend. Er zit onder andere een Da Dong restaurant in Dongcheng. Bovendien is de menukaart in het Engels, ook niet onbelangrijk.

Kosten: Ongeveer 250-300 yen kwijt voor een Pekingeend (voor meerdere personen). Voor 100 yen per persoon moet je wel een aardig avondmaal kunnen hebben als je met meerdere mensen gaat uiteten.

12. Aanrader voor het eten: hotpotten!

De Chinese keuken is voor mij soms een groot mysterie, maar iets waar ik wel van houd is hotpotten. Dit is in feite de Chinese variant van fonduen. Je hebt een grote pan met hete bouillon op tafel staan en daar gooi je steeds groenten, vlees en vis in. Mijn favoriete plek voor hotpotten is Chengdu, omdat alles hier lekker pittig wordt gemaakt. Maar in Beijing heb je ook genoeg leuke plekjes waar je lekker kunt hotpotten!

13. De Chinese Muur bezoeken

Als je in China bent mag een bezoek aan de Chinese Muur natuurlijk niet ontbreken. De eerste stenen van de Chinese Muur werden gelegd in de veertiende eeuw. Het was een tijd dat China veel oorlog voerde – en dus ook bescherming nodig had. De muur moest met name tegen aanvallen van de Mongolen beschermen. De Chinese Muur staat inmiddels op de werelderfgoedlijst van UNESCO en wordt dagelijks bezocht door duizenden mensen.

De Chinese Muur is opgedeeld in verschillende delen. Heb je weinig tijd om de Chinese Muur te bezoeken? Dan kun je het beste naar Badaling. Dit gedeelte van de muur ligt maar zo’n 70 kilometer ten noorden van Beijing vandaan en is gemakkelijk te bereiken. Het nadeel is wel dat het hier gigantisch druk is.

Zelf ben ik naar het gedeelte geweest bij Jinshanling. Je bent wel een paar uur onderweg, maar dan heb je ook wat. Vanaf hier kun je zo’n 7 kilometer doorlopen over de muur naar Simatai. En met een beetje geluk kom je hier de hele dag bijna niemand tegen. Ik overnachtte in een guesthouse vlak bij de ingang van de Chinese Muur bij Jinshanling, zodat ik twee dagen van de Chinese Muur kon genieten. Houd er wel rekening mee dat je hier regelmatig naar boven en beneden klimt. De muur is hier een stuk authentieker, maar daardoor ook minder gemakkelijk te bewandelen. Sommige delen zijn zelfs ingestort. Draag dus stevige schoenen als je dit deel van de Chinese Muur wilt bewandelen!

Overnachten in Beijing in China

Ik overnachtte in het Qian Men Hostel in Beijing, niet ver van het Plein van de Hemelse Vrede en de Verboden Stad vandaan. Midden in de stad maar gelukkig nog steeds lekker rustig. Voor zowel soloreizigers als koppels vind ik dit een aanrader als je in Beijing blijft overnachten. Er zijn privékamers en slaapzalen met 4 bedden. Het is geen partyhostel, maar een fijne plek om je terug te trekken na een dag in Beijing.

Hoe kom je in Beijing in China?

Voor mij was Beijing het eindpunt van de treinreis met de Transmongolië Express. Deze treinreis heb ik via Treinreiswinkel laten samenstellen. Beijing is bovendien een ideaal startpunt voor de rondreis in China. De hoofdstad is gemakkelijk te bereiken met de trein vanaf andere steden zoals Chengdu en Xi’an.

De meeste mensen zullen echter met het vliegtuig naar Beijing in China komen. Vanaf Amsterdam gaan er rechtstreekse vluchten naar Beijing. Vluchten zijn niet goedkoop, maar met wat geluk heb je een retourvlucht voor ongeveer €400 euro. Vergelijk de prijzen voor verschillende data via Skyscanner of stel een prijsalarm in voor de dagen dat jij naar Beijing wilt vliegen.

Lees ook: wat te doen in Chengdu in China – de leukste (gratis) bezienswaardigheden

Ik ben benieuwd wat andere mensen van Beijing vinden: geweldige stad of een horrorplek? En misschien heb je nog meer tips voor de Chinese hoofdstad. Laat het mij en andere reizigers hieronder in een reactie weten!

In dit artikel vind je affiliatelinks. Meer informatie over affiliate vind je hier.

Reacties via Facebook account

comments